klik voor groter beeld

Muzieknotatie-voorbeeld

Titel	Piccolo Polka
Categorie	Harmonie/Fanfare/Brass-orkest
Subcategorie	Polka
Bezetting	Ha (harmonieorkest); PicFlt (piccolo)
Instrumentatie/info	Solo f. 2PicFlt
Soort	PrtStm (partituur en delen)
Uitgevers-artikelnr.	KL 1441
Verkoopprijs	65,00 EUR (inkl. 10 % österr. USt.)
Componist	Bönisch, Josef
Moeilijkheidsgraad	2
Aanvullende informatie/inhoud	Het solostuk voor twee piccoli begint vrij traditioneel en "braaf", als een van de gebruikelijke solopolka's, wat zowel voor de solopartij als voor de orkestbegeleiding geldt. Vanaf maat 23 hoort men echter nieuwe klanken, moderne ritmen, als tegenwicht voor het "vogelgezang" dat men zou blijven verwachten. Het solospel zet zich voort in een heerlijk samenspel tussen de solisten en het orkest, er zijn herhaalde tussenspelen van de trompetten, en in het middendeel brengen het traditioneel gevormde thema en de neventhema's afwisseling. De vertolking vraagt om zeer ontspannen musiceren, een lichte begeleiding is noodzakelijk, want de instrumentatie is ook zeer transparant, zodat de solisten steeds goed tot hun recht komen. Voor orkesten van een behoorlijk gemiddeld niveau en hoger zijn er echter geen moeilijkheden en past de Piccolo-Polka perfect in elk concertprogramma, maar ook bij een ochtendje pint in een tent. Een goed uitgevoerd voorbeeld van luxe lichte muziek. Prt PicFlt-Solo 1,2 Flt Ob EHrn Fag EsClr Clr 1,2,3 AClr ASax 1,2 TSax BSax Flh 1,2,3 Trp 1,2,3,4 Tnh 1,2 Hrn in F+Eb 1,2,3 Trb in C 1,2,3 Brt in Bb Tub in C 1,2 WltStm Tmp SD BD Xyl
Muzieknotatie-voorbeeld	klik hier
Minipartituur	klik hier
Video	Kent u een video, die een goede illustratie vormt van dit artikel? Geef dan de link aan ons door of stuur ons de video per e-mail (office@kliment.at) of post. Vast bedankt
Leverbaar	ja

Programme notes: De voorloper van de piccolo (evenals die van de vleugelfluit) kan worden gezien in de militaire dwarsfluit uit de Middeleeuwen. Toen vanaf het midden van de 17e eeuw de fluitbouw intensief werd gestimuleerd, werden de technische vernieuwingen die voor de grote fluit waren bedacht, geleidelijk overgebracht op de piccolo traverso, het kleine zusje van de fluit. In het begin van de 18e eeuw begon men de piccolo uit te rusten met 1-4 toetsen, en andere volgden in de loop van de eeuw. Vervolgens onderging de piccolo dezelfde veranderingen als de dwarsfluit. In het eerste derde deel van de 18e eeuw verschenen er in partituren al partijen voor "flauto piccolo" of "flautino", maar tegenwoordig kan niet met zekerheid gezegd worden of deze bedoeld waren voor de eenklaviers piccolo of een hoge blokfluit of flageolet. Dit geldt bijvoorbeeld voor George Frideric Händels opera "Rinaldo" (1711), zijn "Water Music" (1715) en Antonio Vivaldi's drie "Concerti per flautino". Tegenwoordig worden deze partijen uitgevoerd door de piccolo. Ludwig van Beethoven was een van de eersten die de piccolo in zijn werken gebruikte om natuurgeluiden te imiteren, zoals het fluiten van een storm in het 4e deel van zijn 6e symfonie "Pastorale" (1808). Giuseppe Verdi symboliseerde de bliksem voor het eerst door het geluid van een piccolo in "Rigoletto" (1851). De piccolo werd ook gebruikt voor speciale effecten, b.v. door Wolfgang Amadeus Mozart in zijn "Zauberflöte" (1791) voor de humoristische uitbeelding van eunuchen. In veel werken werd de doordringende en schrille fortissimoklank gebruikt om terreurscènes te intensiveren. Quelle/Source: Vienna Symphonic Library, Piccolo-Geschichte

aan winkelwagen toevoegen

Om de voorbeeldpartituren te bekijken heeft U Adobe Reader nodig, die U gratis kunt downloaden. Klik daarvoor op de volgende link.